Met deze bijdrage probeer ik u het eeuwig leven te schenken, ik ga u het bewijs leveren dat de dood niet bestaat.
Wees dus blij dat uw bestaan voortaan oneindig is. Het geheim zit vervat in de taal, de filosofie van het woord.

Onlangs zagen we een schitterende documentaire over het leven en werk van de mode-ontwerper Karl Lagerfeld (1933-2019).
Het opmerkelijke aan die man was niet enkel dat hij een geniale kledingartiest was, maar ook dat zijn hoogst persoonlijke levensfilosofie tot de verbeelding sprak. Hij was een kunstenaar die niet in de dood geloofde, en in alle bescheidenheid, dat doe ik zelf ook niet. De alerte lezer zal opmerken dat zulke stelling een boeddhistische signatuur draagt, wel, er is een gelijklopende visie, maar ik had het toch voor mezelf bedacht. Ik ben uiteraard meer dan content dat de grote Lagerfeld mijn mening deelt, meer nog: hij is er uiterst consequent in gebleven, tot aan zijn bittere eind, terwijl ik het finaal nog moet bewijzen.

Onze pertinente vaststelling: zijn manier van vechten (tegen een terminale kanker) was om in het nu te leven. Hij was ongeneeslijk ziek maar werkte tot op zijn allerlaatste dag door, het was altijd vandaag voor Lagerfeld, hij leefde enkel in zijn heden van het absolute nu, voor hemzelf was er geen morgen, geen ’s anderendaags, geen later, zijn leven van alledag werd op deze manier verheven tot een eeuwigdurend bestaan.

Ik leef zelf nog wat voort, tot nader order, met in mijn diepste gedachten de straffe hoop dat ik het nog een tijdje zal uitzingen, én zal doordansen, én vooral zal liefhebben. Mijn mooie geliefde geeft mij tomeloze energie en zinnelijke kracht om van elke dag een nooit eindigend feest te maken.

Maar, ik marchandeer ook wat, ik onderhandel met taal en woorden. Vandaar: het leven duurt reëel slechts één dag, dat is altijd: vandaag. Morgen komt nooit, niet voor een dode, niet voor ons. Iedere ochtend is het een nieuwe dag, die draagt steeds dezelfde naam, dat is (nogmaals en repetitief) vandaag.

Lewis Caroll (1832-1898) maakt ons dezelfde theorie duidelijk in zijn meesterwerk Alice in Wonderland. Ik probeer het kernidee weer te geven: Alice zal morgen jam op haar boterham krijgen, de volgende dag komt er geen jam, Alice begrijpt het niet, ze ontvangt als antwoord: we zijn nu vandaag, de jam is voor morgen, de volgend dag weer geen jam, want pas morgen…
Lewis Caroll wil aan Alice zeggen: het is altijd vandaag.

We kunnen niet anders dan leven in dat heden van het nu, ook op ons sterfbed blijven we aanwezig in ons actueel beleven. Als we morgen dood zijn, zullen we ons daar nooit van bewust zijn. Dan betekent elk leven toch de eeuwigheid, of niet? Ik ben dood is de meest ultieme zin om pure onzin uit te drukken. Vandaar mijn poging om de dood op te heffen, door de taal letterlijk te nemen. Woordelijk zo!

Naast Lewis Caroll en Karl Lagerfeld gaf ook de Vlaamse schrijver en levenskunstenaar Hugo Claus (1929-2008) ons een schitterend voorbeeld. Claus leed aan de ziekte van Alzheimer, hij koos voor zachte euthanasie. Tot op zijn laatste dag leefde hij door alsof er geen morgen zou komen, geen dood zou volgen. Hij organiseerde samen met zijn vrouw en zijn vaste redactrice nog een feestje met champagne en muziek in het ziekenhuis, er werden nog vrolijk liedjes gezongen. Door het eerste spuitje liet hij zich in een zalige roes brengen, zoiets als het effect van een gram cocaïne of een paar Duvels. Claus toonde nog zijn monkellachje en genoot, alsof hij dacht: wat een zalige dag is dat vandaag. Het tweede spuitje schakelde zijn bewustzijn uit, conclusie: de grote Hugo had voor zichzelf nooit gestopt met leven, zelfs het plezier en het genieten ging door, dat hij zogezegd dood was kon enkel door zijn gezelschap vastgesteld worden. Door dapper te volharden in zijn nu is zijn bewuste leven nooit gestopt (van het plotse onbewuste kon hij zich niet meer… bewust zijn, simpel toch). Dat is de manier om de eeuwigheid voor jezelf te creëren. Een voorbeeldig man.

Ik speel de bal evenwel door naar mijn zeer gerespecteerde lezers.
Meent u dat de dood een onmiskenbare realiteit is of denkt u – zoals ik – dat wij ze met wat fantasie kunnen omzetten in fictie?

Voor mij zijn wij eeuwigdurende wezens. Zolang we leven, bestaan we in het heden, in het hier en nu, en dat is nooit morgen. Van de dag nadien kunnen we ons niet bewust zijn, wij zijn zonder stoppen wezenlijke moment-mensen. Als de dood het overneemt, zijn wij ondenkbaar door en voor onszelf  weg. Het is onmogelijk om ons bewust te zijn van de staat van onbewustzijn die de dood is. Dus, ik spreek althans voor mezelf, ik zal nooit dood zijn. Voilà, nu is het aan u!

Maar als u dit spel met woord en taal te complex of te artificieel vindt, pik er dan de diepere boodschap van op: laat uw feest vandaag beginnen, trek uw schoonste kleren aan, bereid het beste eten, zeg aan uw dierbaren dat ge hen graag ziet, pak ze vast, omarm uw geliefde(n), stel uw plezier niet uit, speel muziek en geef u over aan erotiek, maak uw bestaan plezant en pikant, geniet NU. Want morgen is een fictie en dat is geen fantasie.

In bijlage kan u een gelijkaardig stuk lezen, ik probeerde reeds eerder om de dood kapot te analyseren en daarna te annuleren. 

5 maart – Dood

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *