Onze nationale ballade in dit corona-tijdperk is het nummer ‘Doorgaan’ van Ramses Shaffy. Om beurten mogen bekende Vlaamse zangers er hun versie van brengen op de radio. Onlangs kreeg muzikant Daan deze eer.
Ik had daar een wrang gevoel bij. De dreunbalk Daan die ons amechtig en disco-technisch aanraspte om door te gaan. Het was diezelfde Daan die doodleuk een paar keer in interviews verklaarde dat hij een feestje gebouwd had bij 9/11. Toen op 11 september 2001 nog mensen hun doodsprong uit de Twin Towers maakten, besloot Daan een bak bier te gaan kopen en een paar vrienden uit te nodigen om het op een zuipen te zetten. Zo blij dat de Amerikanen eens een koekje van eigen deeg kregen. Het waren zijn eigenste woorden, geen journalist hier te lande is erover gestruikeld. Doorgaan. Met een drinkgelag. Ook bij dood door terrorisme.
In dit verband nog een ander analoog geluid. Abou Jahjah, bekend van de ter ziele gegane Arabisch-Europese Liga en de politieke partij Be.one, geneerde zich niet om bij 9/11 ‘een licht gevoel van euforie’ te ervaren. Hij straalde bij deze uitspraak. Voor Abou Jahjah werd meermaals de rode loper uitgerold in praatprogramma’s op radio en TV. In progressieve kringen is en blijft hij incontournable. Hij mag ongestoord doorgaan.
Om maar te zeggen: de hippe media en de trendy kringen balken graag tezamen. Het is zo vaak een kudde die maar wat uitkraamt. Als ik in een cynische bui ben dan maak ik van dat doorgaan-geloei soms ‘wij zullen doodgaan’, oeps. Om een solo-halt toe te roepen aan de stompzinnigheid.
Het vermoeit mij, die aangezwengelde paniek, begeleid door dat slappe gebral in de savanne van onze welvaartstaat. Journalisten en populisten verdringen mekaar in het maquis van goedkoop verdriet, strompelen dronken van pure onzin in het moeras. Carnaval achter hun mondmasker.
Maar laat het goed geweten zijn, ook ik wil doorgaan, niet ondanks dat tijdelijke corona, maar desondanks alle overmacht en elke fataliteit die zich aandient, bijvoorbeeld en bij uitstek: de dood. Ik ben nog steeds bezig om de dood van mijn zoon te overleven. Het is een permanente opdracht, een levenslange taak. Vinnie werd amper 36. Toen stopte het doorgaan, het doodgaan was begonnen, werd een gebeiteld feit. De blinde dood ijkte zich als een fatale mokerslag. Gedaan met zingen. Daarom begon ik met schrijven, om bij hem te blijven.
Ik zat dit onlangs allemaal te overwegen in het huis van mijn schone geliefde. Barry, de zoon van Nathalie, werd 27. Magisch getal, sexy leeftijd, er kleeft altijd wat rock’ n roll aan, een verdoken portie erotiek, 27 draagt sensuele kleren. Barry heeft daar weet van, flirt er graag onschuldig mee. Het is hem gegund. Maar clevere jongen als hij is, citeert hij soms de club van 27, hij kent uitstekend zijn geschiedenis. Het gaat om al die ronkende popsterren die rond hun 27ste gestorven zijn, ik vermeld de bekendste: Brian Jones (The Rolling Stones), Jimi Hendrix, Janis Joplin, Jim Morrison (The Doors) en Kurt Cobain (Nirvana).
Vijf illustere overlijdens, allen gerelateerd aan drugs, drank en pillen. Met dat bedenkelijke clubje wordt er ook veelvuldig gekoketteerd, zeker met dank aan de smeuïge media. Dood en sensatie gaan graag hand in hand. Daarvoor wou ik de jarige Barry waarschuwen en behoeden. Om kort te gaan, ik noemde die gasten losers. Even zag ik zijn ontzette blik, hij moest snel schakelen, ik duwde hem bruusk uit die ongelukkige ‘vedettenclub’. Even had ik spijt, ik wou zijn verjaardagsfeestje niet vergallen.
Maar tegelijkertijd ligt hij me te nauw aan het hart, ik wil hem de toegang helpen versperren tot verleidelijke denkpistes. Hij is echt een geniale gast, ondanks al zijn beperkingen, zijn pad loopt evenwel niet altijd over rozen. Maar hij is ook extreem begaafd, én enthousiast omringd, zijn entourage excelleert.
Daarom is er geen plaats voor hem bij het clubje dode psychoten en neuroten dat de rockwereld ons naliet, en waarover steevast jubelend wordt verhaald. Nee, het tegendeel is waar, ze faalden, één voor één.
Daarom gaan wij door, op een ander en op een dieper niveau. In de wetenschap dat de wereld geen constante grap is, het leven geen permanent pretje. Het is wat het is, ook met zijn drama’s en tragiek. Verdriet en pijn zijn spijtig genoeg inherent aan ons bestaan. Maar we kunnen ook goedgezind doorgaan, op karakter en op levenslust, met de zon als motor, met de muziek van onze buik, waar ook onze libido huist.
Ik ben misschien een kleine filosoof, maar ik tracht bewust een grote genieter te zijn, in niks mijn leven te laten leiden door paniek. Ook met dank aan mijn adorabel lief Nathalie, ze straalt van gelukzaligheid.
Wij weerhouden zoon Barry van foute clubjes, wij duwen hem hogerop, de lokroep van de goot is een duistere valkuil, de dood loert om de hoek voor wie toegeeft aan perverse signalen van valse helden. Doorgaan is aan de orde, is zelfs een zachtzinnig bevel, ook met dwingend uitgestoken hand.
Het is de hand die Vinnie niet meer heeft kunnen pakken. Barry nog wel.
Op deze manier zullen wij dus doorgaan. Doodgaan is gewoon noodlottig, een geval van overmacht. Met of zonder corona. Maar ook geen finaal drama, laat het leven het laatste woord. Dat is pas de ware rock’n roll.