Om even terug te koppelen naar het vorige hoofdstuk. Het moet in de zomer van 2012 geweest zijn dat ik even een vaste relatie had met Marina. Maar wegens de omslachtige cinema met dat ‘zusterke van de liefde’ was er maar een wisselvallige basis. In de koude kloostercel van haar appartement waren er zoveel beperkende regeltjes dat het bepaald geen swingende verhouding was.
Die tijdelijke vastigheid heb ik dus bruusk terug op losse schroeven gezet toen het haar niet zinde om mee op bezoek te gaan bij de doodzieke Erica. Daarna dook een mokkende Marina weer in de rol van occasionele minnares, ik gaf haar ook geen keuze. Akkoord, heel brutaal allemaal, maar ik zat nog te treuren om Maggie die in mei 2011 uit het leven was willen stappen, hetgeen niet gelukt was, maar ze bleek wel gehandicapt voor het leven. Ik bleef haar wekelijks minstens één keer bezoeken in de instelling waar ze verbleef.
In mijn hart was Maggie nog steeds de liefde van mijn leven.
Maggie verbleef in het revalidatiecentrum Inkendaal te Vlezenbeek, in de volksmond beter bekend als De Bijtjes. Het was gewoon een oord van horror, daar zijn echt geen ander woorden voor. De eerste keer dat ik er kwam, leek het alsof ik was afgedaald in de hel van Dante. Het was gewoon een opstapelplaats van zwaar verminkte mensen, lichamelijk en geestelijk. De meeste patiënten konden zelfs niet meer praten, enkelen strompelden nog wat somber door de gangen, haast iedereen staarde in een uitzichtloze leegte. Zo zat Maggie daar ook te zitten.
En daar werkte een zekere Marie, haar plaats was aan de inkombalie.
Een frisse en kokette vrouw, een paar jaar jonger dan ik, goedlachs en van een uitzonderlijke zachtaardigheid. Ik had na een tijdje de gewoonte om met Marie een vlugge babbel te maken. Zij kon me ook altijd wat achtergrondinformatie over Maggie geven. Door haar dagelijkse contacten met dokters en verpleegkundigen wist zij steeds net iets meer. Ik was haar hiervoor ten zeerste dankbaar. Maar zo werden onze gesprekken geleidelijk aan vertrouwelijker, we spraken al eens af bij een koffie en er sloop snel en onmiskenbaar een wederzijdse warmte in onze conversatie.
Om een lang verhaal kort te maken, we kregen een relatie. En niet vergeten, Marie wist heel goed dat Maggie mijn nummer één bleef. Het wou toen nog niet echt bij me doordringen dat Maggie waarschijnlijk geteisterd was voor het leven. Wist Marie misschien al meer via de haar geëigende bronnen ter plekke? Een niet meer te beantwoorden, ook achterhaalde vraag.
De love story met Marie heeft slechts een paar maanden geduurd, laat ons zeggen de lange hete zomer van 2012. Toen was het vuur uitgedoofd.
Zij was op en top een gesoigneerde vrouw, met een zekere verfijning, beetje gereserveerd en in alle omstandigheden zeer discreet. In ieder geval een perfecte gezelschapsdame. Ik werd al eens gefeliciteerd omwille van de voornaamheid van mijn vriendin. Marie was een beeldig plaatje, inderdaad. En in bed ontplofte zij van hete noblesse, een gulzig zondige prinses. Ik had er mijn handen mee vol en ik beet er soms mijn tanden op stuk. Ze was een taaie brok onverzadigbaarheid. Smekend om zaad.
Maar zo zag de buitenwereld haar uiteraard niet. Marie leek een dame, onberispelijk.
Zo vergezelde zij me ook, in erg chique outfit, op het huwelijk van Vinnie en Vé in september 2012. Mijn familie was vol lof over Marie, maar bij mij kriebelde het einde van de liefde. Mijn hart verbleef bij Maggie.
De herfst kwam en een donker doek viel over een zwoele zomer. Ik schreef een lange brief aan Marie, vol dankbaarheid voor haar totale schoonheid. Maar ik schonk haar tegelijk ook haar vrijheid. Onze wegen liepen helaas uiteen. Marie woonde in Tubize, ik zou de taalgrens niet meer oversteken, tussen Vlaams- en Waals-Brabant stond opeens een scheidingsmuur. Mijn liefde was te klein om de sprong aan te kunnen.
Ik haalde de overstap niet meer, mijn binnenkant haperde, ik hing vast aan Maggie. Voor Marie was zij een dood vogeltje, voor mij een engel.
Ik weet dat Marie mij verschrikkelijk verwenst heeft, maar ze deed het met klasse, in alle stilte. Marie was een aristocrate van de liefde. Ik keerde daarna tussendoor terug naar Marina. Maar de soberheid van een soms pikant nonneke kon mij niet troosten. Mijn hart was op de dool.
Maggie was ook niet dood, maar levend zou ze zeker niet meer worden. Wist ik veel. En dan volgde er Nadette, de sexy heks van Pellenberg. De verhalen worden voortgezet. Voor Nadette worden er extra pagina’s uitgetrokken. Het is een story van griezelliefde, de porno van de horror.