Dag Vinnie, lieve jongen
Ik wil je zeggen dat je nog altijd bij ons bent
Wij spreken tegen je portretten in ons huis
Wij groeten de wolken in de hemel
Vanwaar je naar ons wuift en lacht
Wij voelen de zachtheid van je gezicht
Wij plukken de liefde uit je blik
Die op ons neerkijkt met mildheid en begrip
Het waren je handelsmerken in deze wereld
Om sterk te staan tegenover de meedogenloosheid
Van mens en maatschappij, de wreedheid van het leven
De elementen die je de hel aandeden, de dood die je
Bestaan verstoorde, je nobele menszijn onderbrak…
Niet afbrak, mijn zoon, want je leeft hier voort, ongewoon
Maar ongestoord in ons hart, dat beaamt ook je liefmama
Je was deze week nog innig warm te gast bij haar kinderen
Je sprak je visueel bericht uit tot je liefzusje en haar vriend
Je liefbroer las ondertussen ons boek dat ik opdroeg aan jou
Zoals je ziet, je bent welkom in de kring van je nieuwe familie
Als wij aan tafel zitten, dan kijk jij vredig mee, nabij op je foto
Je blijft de mooie ingetogen sportman, je pedaleert rustig verder
Wij zien hoe je gezwind de hemel inrijdt, en toch wacht op ons
Je fietst gedienstig en fier voorop, je verkent de weg, je steekt
Je nek je uit, ook voor ons, je bereidt ons voor op de finale rit
Die ons te wachten staat, op een onbepaalde datum, wanneer
We ons moeten klaar maken om je in te halen, eindelijk weer
Samen op pad, met een goed gesprek, dat we hier voorbereiden
bij de haard, gemoedelijk verenigd, onze kleine vrede spreekt mee
Heeft het laatste woord, wij klinken op jou en gedenken ook je
Kinderen, elke dag zijn ze in onze gedachten, hier heerst geen
Onmin en geen wrevel, ons verdriet is een verlies dat we omzetten
In nieuwe winst, wij drinken op je overleving, zo aanwezig tussen ons
Op de hoop en de moed die je ons liet, het is ons stil gebed bij het eten
Als de avond valt en de weemoed opsteekt, begeven wij niet, wij spreken
van de nieuwe dag en we vieren elke nacht, wij nemen je overal mee …